Een malafide transportondernemer, op papier actief in Bulgarije maar in de praktijk opererend vanuit de provincie Gelderland, krijgt diverse boetes van de Nederlandse Arbeidsinspectie voor het ontduiken van Nederlandse regelgeving zoals de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) en de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML). Ook de opdrachtgevers krijgen een boete.
Vanaf 2023 onderzocht de Arbeidsinspectie samen met de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en inspecteurs van Bulgaarse inspectiediensten deze werkgever.
In zowel Nederland als Bulgarije werden inspecties uitgevoerd bij zijn ondernemingen. Bulgaarse inspecteurs waren aanwezig tijdens de controle in Nederland.
In Bulgarije troffen de inspecteurs geen transportonderneming aan, enkel een administratiekantoor. In Nederland waren alle bedrijfsmiddelen aanwezig en werden in Nederland verblijvende chauffeurs bevraagd over hun arbeidsvoorwaarden.
De Arbeidsinspectie deed op basis van de bevindingen samen met de ILT nader onderzoek naar de (illegale) tewerkstelling, de lonen en de arbeidstijden van de betrokken vrachtwagenchauffeurs.
Ook aan Bulgaarse zijde werd nader onderzoek verricht. Uit dit onderzoek blijkt dat de onderneming weliswaar in Bulgarije ingeschreven stond maar feitelijk in Nederland gevestigd was.
Nagenoeg alle bedrijfsactiviteiten werden ontplooid in of vanuit Nederland. De Arbeidsinspectie is daarom tot de conclusie gekomen dat het Nederlands arbeidsrecht ook van toepassing is op deze onderneming.
Met deze constructie ontdook het bedrijf de Nederlandse regelgeving en de afdracht van sociale premies. Die premies moeten wel worden betaald.
Zowel het Bulgaarse als het Nederlandse bedrijf kunnen, samen met enkele Nederlandse opdrachtgevers, boetes verwachten wegens overtreding van de Wav en WML van in totaal maximaal 540.000 euro.
Ook de eigenaar kan als feitelijk leidinggevende en dus als natuurlijk persoon een boete verwachten voor deze schijnconstructie van maximaal 60.000 euro.
Door in beide landen binnen één week te inspecteren, kon goed in kaart worden gebracht dat de onderneming in Bulgarije feitelijk een schijnvestiging was en dat de activiteiten feitelijk werden aangestuurd vanuit de Nederlandse transportonderneming.
