De Europese truckfabrikanten laten in een gezamenlijke verklaring weten dat ze na 2040 geen vrachtwagens met dieselmotoren meer moeten produceren, als de CO2-doelen voor 2050 moeten worden gehaald.
Dat ambitieuze en verrassende standpunt is volgens de fabrikanten haalbaar als er voldoende oplaad- en tankstations voor elektriciteit en waterstof zijn, plus regelgeving die de transitie voorwaarts helpen, zoals beprijzing van CO2-uitstoot.
De truckfabrikanten, samen onder de paraplu van koepel European Automobile Manufacturers’ Association (ACEA), hebben hun krachten gebundeld met vooraanstaande wetenschappers van het Potsdam Institute for Climate Impact Research (PIK).
“Klimaatverandering is de meest fundamentele uitdaging van onze generatie. Tegelijkertijd heeft de COVID-19-pandemie de aandacht gevestigd op de cruciale rol die wegtransport en logistiek spelen, om ervoor te zorgen dat voedsel, medicijnen en andere essentiële goederen beschikbaar zijn voor degenen die ze nodig hebben”, aldus Henrik Henriksson, voorzitter van de Raad van Bestuur voor Bedrijfsvoertuigen van ACEA en CEO van Scania. “Als we willen dat het vrachtvervoer over de weg zijn rol ten dienste van de samenleving behoudt, moeten we zo snel mogelijk afstappen van fossiele brandstoffen. We zijn er niet alleen van overtuigd dat het nodig is, we weten ook dat het mogelijk is en we zijn er klaar voor. Maar we kunnen het niet alleen doen; we hebben beleidsmakers en andere belanghebbenden nodig om de krachten met ons te bundelen.”
In een gezamenlijke verklaring van ACEA en PIK worden het stappenplan en de voorwaarden voor de omvorming van het vrachtvervoerssysteem over de weg uiteengezet. Naast investeringen door de bedrijfswagenindustrie omvat dit ook beleidsopties zoals tolheffingen op basis van CO2-emissies en een energiebelastingssysteem op basis van carbon en energie-inhoud. Een dicht netwerk van laad- en tankinfrastructuur die geschikt is voor vrachtwagens is ook van cruciaal belang voor het gebruik van emissiearme en emissievrije zware bedrijfsvoertuigen. Volgens ACEA en PIK zou een degelijk CO2-emissieprijssysteem een van de meest effectieve instrumenten kunnen zijn, aangezien voertuigen met een nul-emissie gewoonweg niet aantrekkelijk zijn om te kopen zolang diesel goedkoper blijft.
“De wetenschap laat ons zien dat we vandaag moeten handelen. Als we alle beschikbare oplossingen combineren is er snel over te schakelen op CO2-neutraliteit”, zegt wetenschapper Johan Rockström van PIK. “Nul-emissievoertuigen zullen niet alleen de CO2-uitstoot verminderen, maar ook de luchtkwaliteit verder verbeteren – een factor die van cruciaal belang is voor de menselijke gezondheid.” Rockström: “Een eerste stap is gezet met de samenwerking tussen ACEA en PIK. De industrie en de wetenschap gaan samenwerken in een strategisch partnerschap om de overgang te versnellen, op basis van wetenschappelijke informatie.”
