LCW Groningen is nog een relatief jong bedrijf, maar het heeft al wel een rijke historie. De roots gaan terug tot 1910, maar ergens is er niet veel veranderd, vertellen de broers Jakob en Pieter Vonck. “Een heleboel van wat tegenwoordig modern is, efficiency en duurzaamheid, zat bij ons altijd al in hoe het bedrijf werd geleid. Continuïteit is het belangrijkst”, vertellen de broers aan TTM.nl. Dat komt zeer zeker ook tot uiting in het wagenpark, waar de eerste stappen naar elektrisch rijden met overtuiging zijn gezet. [INHOUD | INDEX TTMnl2025_1_58]
LCW staat voor Logistiek Centrum Westpoort, het industrieterrein waar LCW Groningen gevestigd is. Het bedrijf is in 2003 ontstaan uit de transportbedrijven Gebr. Gorter (uit 1910), Liewes (uit 1927) en Gebr. Vonck (uit 1913). De drie bedrijven, elk met hun eigen specialisaties, bleken goed bij elkaar te passen en vonden elkaar in de fusie die LCW Groningen ging heten. In 2009 werd een nieuw pand aan de Londenweg in Groningen betrokken, in 2018 werd er uitgebreid. Kantoren en warehouse bedragen nu een oppervlakte van 23.000 m2. De activiteiten omvatten bulktransport van aardappelen en suiker, bouwtransport en fijnmazige distributie (met kooiaap). Bij LCW Groningen werken 200 mensen, waarvan 150 als chauffeur. In 2024 werd na de overname van Van de Hoef Transporten een tweede vestiging geopend in het Utrechtse Groenekan.

Continuïteit
Jakob en Pieter Vonck vormen samen met hun broers Renze en Jan en Gerrie Gorter de directie van LCW Groningen. Samen met hun voorgangers zijn ze erin geslaagd om de drie transportbedrijven, met al hun historie, succesvol samen te voegen. Is het ook echt een nieuw bedrijf geworden? Jakob Vonck: “Er is wel veel veranderd. We moesten planningen samenvoegen, het wagenpark moest gecombineerd worden, al ging dat nog best goed. De kern van de drie bedrijven bestaat voort in LCW Groningen. Wij zijn opgevoed met het idee dat je een bedrijf hebt om je klanten te bedienen, maar dat je tegelijk sociaal met je medewerkers omgaat. Continuïteit is de doelstelling. Daar richt je alles op in, alleen wel zo dat het efficiënt en verantwoord gebeurt. Duurzaam ook. Duurzaamheid is tegenwoordig een modewoord maar voor ons betekent het dat je zo efficiënt mogelijk je werk doet. Dat je gewoon weinig brandstof verbruikt. Dat je zo weinig mogelijk lege kilometers maakt en de beladingsgraad hoog houdt. Dat is de kern van ons bedrijf. Eigenlijk heel ouderwets. Of misschien zijn we daarmee wel net zo modern als vroeger, het is maar net hoe je het bekijkt.”
Multimerk
Sinds de start van LCW Groningen groeide het wagenpark van 45 naar 150 vrachtwagens nu. Een derde is volumecombinaties en de rest bestaat uit trekker-oplegger combinaties. We zien er een aantal van op het terrein staan als we met Jakob en Pieter een ronde maken. “We hanteren een multimerkbeleid”, zegt Pieter. “Altijd als er nieuw materieel moet komen, nodigen we iedereen uit. Op dit moment rijden we met de merken Scania en DAF. En ook met Volvo, want die konden snel een elektrische truck leveren. Op dit moment hebben we een Scania 40 R elektrische truck en een Volvo FM Electric. Beide trekkers. We hebben ook nog een Scania PHEV bakwagen. Daar zijn we de energietransitie in ons wagenpark mee begonnen. We hebben nog meegedraaid in de pilot van Scania om te bewijzen dat PHEV in de binnenstad goed werkte. Is bewezen ook. Ja, dan is het wel zuur dat het daarna strandt in bureaucratie. Met de PHEV had je prima een zero-emissiezone in gekund. Van hier naar Amsterdam met HVO100, en dan emissievrij de stad in. Hoe schoon wil je het hebben?”, betoogt Pieter.
Struikelen
Inmiddels heeft de volledig elektrische truck ook zijn intrede gedaan bij LCW. “Dat begon voor ons bij de stikstofcrisis, toen de bouwsector zich realiseerde dat werken met zero-emissie noodzakelijk werd. Wij zagen dat heel duidelijk en hebben onze wagenparkstrategie daarop gebaseerd. Ongeveer 30 procent van ons werk is bouwgerelateerd”, zegt Jakob Vonck. “Een PHEV-truck kan dan misschien niet, maar een volledig elektrische truck is wel overal welkom, en kan een groot deel van onze activiteiten aan. Onze klanten reageren er positief op, soms willen ze er zelfs aan meebetalen. Chauffeurs zijn al helemaal enthousiast. Maar ik geef toe… zo’n hele energietransitie is wel een opgave. Ik kan me voorstellen dat er transportbedrijven zijn die het zien als een onneembaar struikelblok. Ik ben een boekhouder, maar ook ik worstel met alle details. Wat is bijvoorbeeld de energieprijs? Wat kost een kWh om in mijn truck te stoppen? Het is bijna niet vast te stellen om er beleid op te maken. Ik heb heel diep moeten gaan om er mee te kunnen werken. En als je als transportbedrijf niet snapt hoe de energiemarkt werkt, kun je beter niet aan elektrische trucks beginnen.”
Laadplein
Hoe moeilijk de materie ook is, voor LCW Groningen is die elektrisch. “In 2030 willen we 20 tot 30 elektrische vrachtauto’s hebben. Als ze leverbaar zijn dan, want dat is momenteel nogal een probleem bij onze merken. Het is niet voor niets dat we een Volvo hebben gekocht”, zegt Pieter. De opzet van een eigen laadplein hoort daar ook bij. “Hij is net geopend. We hebben gekozen voor een portaalconstructie met vijf haspels van elk maximaal 200 kW om zo s’ avonds 5 vrachtwagens tegelijk op te laden. En een snellader van maximaal 500 kW. Goed om een elektrische vrachtauto snel op te laden overdag. Dat wil zeggen, als onze versterkte stroomaansluiting is opgeleverd. Dat moet dit voorjaar gebeuren. We hebben bewust gekozen voor een portaalconstructie, want dat geeft flexibiliteit met parkeren. De chauffeur zet de hele combinatie eronder en het maakt niet uit of de aansluiting links of rechts zit. Heel handig.” We zien buiten naast een elektrische Volvo van LCW ook een Renault D E-Tech van Rensa staan. “Rensa parkeert hier ook en rijdt ook elektrisch. En omdat wij vooral ’s avonds en ’s nachts opladen, kan die Renault er best overdag even staan”, laat Jakob zien.
Duurzaamheid is belangrijk voor LCW Groningen. Het jonge bedrijf lijkt er op gegrond. Dat komt ook al naar voren in het doen van eigen onderhoud, in de eigen werkplaats op het terrein. “Dat geeft ons flexibiliteit met het inzetten van onze auto’s”, zegt Pieter. “Maar”, verduidelijkt zijn broer, “we willen niet duurzaam zijn om maar duurzaam te zijn. Lean & Green, daar moest ik eerst niets van hebben, vond ik enkel marketing. Ik vond het veel interessanter om eerst in te zetten op efficiency, en dan te zien of dat ook duurzaam kon. Dus eerst geld verdienen, en het dan groen doen. Niet andersom. Als je dat doet, ben je duurzaam maar kan het ten koste gaan van je continuïteit. En daar passen we voor bij LCW Groningen. Dat past niet bij onze historie, en dus ook niet bij onze toekomst.”

TEKST: ARJAN VELTHOVEN | FOTO’S: KOOS GROENEWOLD