Ga naar hoofdinhoud

Waar moeten de laadpalen in Europa komen te staan?

Een nieuwe studie die Fraunhofer ISI in opdracht van de Europese federatie van autofabrikanten (ACEA) heeft uitgevoerd, geeft de belangrijkste locaties aan voor de toekomstige invoering van oplaadpunten voor batterij-elektrische vrachtwagens. Ook TLN maakt zich sterk voor opschaling van de laadinfrastructuur.

De unieke dataset van de studie kan worden gebruikt om een EU-wijd netwerk van oplaadpunten voor vrachtwagens in kaart te helpen brengen, onder meer op langeafstands- en regionale stopplaatsen in de Europese Unie, het VK en andere landen in Europa.

“De marktpenetratie van elektrische vrachtwagens zal de komende jaren sterk toenemen. De infrastructuur die nodig is om deze vrachtwagens op te laden, ontbreekt echter nog sterk en moet dus met spoed worden uitgerold”, aldus Eric-Mark Huitema, directeur-generaal van ACEA.

De toekomstige locatie van oplaadstations moet worden gebaseerd op de huidige gebruikspatronen van voertuigen, aldus de studie. Om deze locaties te identificeren, analyseerde Fraunhofer 30.000 geaggregeerde truckstoplocaties. Deze informatie, gebaseerd op de logistieke activiteit van ongeveer 400.000 vrachtwagens die 750.000 individuele stopplaatsen gebruiken, werd verzameld door de zeven Europese vrachtwagenfabrikanten.

Hieruit blijkt dat de stopplaatsen geconcentreerd zijn rond dichtbevolkte gebieden in Midden-Europa. Ze zijn dichter verspreid rond belangrijke industriegebieden en grote steden – zoals Noord-Italië, Parijs, Groot-Manchester, Berlijn en Frankfurt – en volgen de belangrijkste Europese wegen.

Ongeveer een derde tot de helft van de stopplaatsen bevindt zich op rustplaatsen dicht bij autosnelwegen, aldus de nieuwe gegevens. Ongeveer een kwart tot een derde bevindt zich op bedrijfsterreinen of logistieke hubs, en slechts 1 tot 5 procent in havens en veerbootterminals.

Er zijn twee hoofdcategorieën voor de stoptijd: minder dan drie uur (met 35 procent tussen 30 en 60 minuten), en langer dan acht uur. De hoge frequentie van kortere stops en de regels inzake rij- en rusttijden maken duidelijk dat er behoefte is aan oplaadpunten met een groot vermogen die geschikt zijn om vrachtwagens in korte tijd op te laden.

Deze nieuwe analyse geeft een goede indicatie van geschikte locaties voor laadinfrastructuur vanuit logistiek en operationeel oogpunt. Voor investeringsbeslissingen zal een verdere analyse aan de hand van andere criteria (bv. beschikbare capaciteit van het elektriciteitsnet, plaatselijke overwegingen, bestaan van oplaadinfrastructuur voor elektrische auto’s, enz.

Rob Aarse, Beleidsadviseur Duurzaamheid  van Transport en Logistiek Nederland, ziet ook de noodzaak van het snel opschalen van laadinfrastructuur voor elektrische vrachtwagens. “Het gebrek aan laadinfrastructuur of elektriciteit mag geen obstakel zijn voor transportondernemers die willen verduurzamen, maar dat is het nu nog wel. Een vervoerder moet zijn materieel optimaal en efficiënt in kunnen zetten. En dat is bij elektrische vrachtwagens gewoon nog niet het geval. Want uiteindelijk heb je niets aan een elektrische vrachtwagen als je die nergens op kan laden. Voor transportondernemers is de beschikbaarheid van voldoende laadinfrastructuur cruciaal. Zij kunnen pas investeren in elektrische vrachtwagens op het moment dat zij de zekerheid hebben dat ze die in de toekomst probleemloos op kunnen laden. Daarom wijzen wij in een brief aan informateur Mariëtte Hamer erop dat tijdige en forse investeringen in laadinfrastructuur nodig zijn, om vanaf 2025 zeker 30 steden emissievrij te bevoorraden. Het huidige energienet kan de toekomstige vraag naar elektriciteit niet aan. En het opschalen van de netcapaciteit kan jaren duren. Tegelijkertijd wordt van transportondernemers verwacht dat zij vanaf 2025 beginnen met emissievrije stadsdistributie. Daarom moeten we nu aan de slag. Maar dat redden we niet zolang er te weinig netcapaciteit en laadinfrastructuur is. Op dit moment brengen wij samen met de netbeheerders de toekomstige elektriciteitsvraag in beeld. Zodra dat is gebeurd, moet een nieuw kabinet erop toezien dat de kabels direct de grond in kunnen, want iedere vertraging is er één teveel. Een basisnetwerk voor logistiek dient uiterlijk 2025 beschikbaar te zijn zodat vrachtwagens zowel bij het transportbedrijf, maar ook onderweg opgeladen kunnen worden”, aldus Aarse.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Zorg dat u niets mist. Neem nu een jaarabonnement op TTM.nl met 25% korting. Abonneer